Jelle Sels is op het Tennis Point ITF The Hague dicht bij huis: ‘Prettig, want soms zie ik mijn zoon weken niet’

De 26-jarige Jelle Sels uit Alphen aan den Rijn zal ook deze zomer aan het Tennis Point ITF The Hague meedoen. In 2018 won hij de eerste editie van het toernooi in Den Haag en vorig jaar delfde hij in de finale het onderspit tegen de Spanjaard Javier Barranco Cosano. Sels is uit op revanche en geniet van het spelen dicht bij huis.

Jelle Sels, de huidige nummer 248 van de ATP-wereldranglijst kan terugkijken op een eerste halfjaar met uitstekende prestaties. ‘Ik heb een paar goede jongens verslagen, ja’, zegt hij trots. Daarmee doelt de tennisser onder andere op zijn indrukwekkende reeks bij het Challengertoernooi van Turijn. Hij versloeg in de Italiaanse stad onder anderen Thomas Fabbiano, de voormalig nummer 70 van de wereld. Sels bereikte de halve finale, maar daarin verloor hij in drie sets van Fransman Quinten Halys. ‘Ik ben bezig met een traject en ik zie dat het de goede kant opgaat. Het gaat elke dag beter, ik ben benieuwd waar ik aan het einde van dit jaar sta.’

Vorig jaar leek Sels bij het ITF-toernooi in Den Haag op de titel af te stevenen. Na zeges op landgenoot Gijs Brouwer (7-6, 6-4), Joao Lucas Reis Da Silva (6-3, 6-3), Christopher Heyman (6-3, 6-0) en Tim van Rijthoven (4-6, 6-2, 7-6), won Sels in de eindstrijd tegen Javier Barranco Cosano de eerste set met 6-2. Maar daarna draaide de Spanjaard de rollen om, waardoor Sels uiteindelijk de laatste twee sets kansloos verloor (beide 6-1). ‘Die Spaanse jongen was gewoon een muur. Hij versloeg die week ook goede spelers en ik was redelijk vermoeid. In de finale kwam ik er niet doorheen.’

En dus aast Sels dit jaar op revanche bij Sportcentrum De Rhijenhof. ‘Ik heb twee keer meegedaan. In 2018, de eerste editie van het toernooi, won ik gelijk en vorig jaar verloor ik dus de finale. Ik vind het altijd prettig om dicht bij huis te spelen. Het is maar 25 minuten rijden naar Alphen aan den Rijn, ik kan eindelijk weer lekker thuis slapen. Dat gebeurt maar twee keer per jaar en dat is voor mijn vriendin en zoontje extra lekker. Die kunnen namelijk bij lange na niet altijd mee en soms zie ik ze weken niet.’